Optellen

Let Op!: Deze pagina is geschreven voor kinderen die in groep 2 t/m 5 zitten v.d. basisschool. Het is van belang dat je kunt lezen. Eventueel kan een docent dit voorlezen.

Oké, je bent nu op de pagina waar wij je gaan leren optellen.
Optellen is niet moeilijk, je moet alleen even weten hoe het werkt.
Voordat we moeilijk gaan doen beginnen we eerst gemakkelijk.

Pak voor je drie knikkers, potloden of pennen. Het maakt niet uit wat, als je er maar drie van hebt. Voer nu de volgende stappen uit.
1. Leg deze drie voorwerpen nu los van elkaar.
2. Pak één van deze voorwerpen nu in één van je handen.
3. Pak nu met je andere hand de andere twee voorwerpen.
4. Neem deze voorwerpen nu in één hand.
5. Tel hoeveel voorwerpen je nu in die ene hand hebt.

Als je dit goed hebt uitgevoerd kom je tot de conclusie dat je drie voorwerpen in je hand hebt. Je hebt nu de som 1 + 2 gedaan. Het antwoord was / is 3, dus 1 + 2 = 3.
Je hebt dat namelijk laten zien met je drie voorwerpen.
Je kunt dit met alle getallen doen. Als je bijvoorbeeld 5 dropjes hebt en je krijgt er nog 3 dan heb je acht dropjes, de som is 5 + 3 = 8.

In het begin is het erg handig om sommen op te lossen door er voorwerpen voor te gebruiken.
In het begin kun je ook op je vingers tellen, je zorgt er gewoon voor dat je elke keer genoeg vingers bij doet en telt het dan op. Je krijgt dan het antwoord. Later kun je al die sommen in slechts één seconden uit je hoofd doen! Dat wil jij toch ook? Ga dan snel oefenen!